Zoeken Zoeken
Menu
Verplichte opname

KC25-014

10 april 2025

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

Inzake: XX
Instelling: Pompestichting
Klachtnummer: KC25-014
Datum ontvangst klacht: 28 maart 2025
Schorsingsverzoek: Niet gehonoreerd
Datum hoorzitting: 08 april 2025
Datum beschikking: 10 april 2025

 

Aanwezig bij de hoorzitting

XX (klager)

XX (advocaat)

XX, GZ-psycholoog, regiebehandelaar en zorgverantwoordelijke ambulant (verweerder)

XX (voorzitter, jurist)

XX (psychiater)

XX (algemeen lid)

Ingediende klacht

Klager is het niet eens met de opname als onderdeel van de verplichte zorg. Klager heeft verzocht om schorsing van de opname tot aan de hoorzitting. De commissie heeft behandelaren hierover gehoord en besloten het schorsingsverzoek niet toe te wijzen.

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 28 maart 2025 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Op 31 maart 2025 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting. Klager heeft toestemming gegeven voor inzage in zijn medisch dossier. Op 01 april 2025 zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit. Op 04 april heeft de commissie het verweer ontvangen en aan partijen doen toekomen.

De hoorzitting heeft door middel van videoconference plaatsgevonden op 08 april 2025. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. De voorzitter deelt mede dat partijen uiterlijk 11 april 2025 de gemotiveerde uitspraak tegemoet kunnen zien.

De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:

–          Klachtenformulier;

–          Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 14-03-2025;

–          Verweerschrift;

–          Zorgkaart, d.d. 11-10-2024;

–          Zorgplan, d.d. 11-10-2024;

–          Bevindingen GD, d.d. 22-10-2024;

–          Medische verklaring t.b.v. een zorgmachtiging, d.d. 21-10-2024;

–          Informatiebrief zorgmachtiging, d.d. 19-12-2024;

–          Beslissing overplaatsing, d.d. 17-03-2025;

–          Rapportages verpleegkundigen 17-03-2025 t/m 01-04-2025.

Feiten

Klager is een XX-jarige man bekend met een schizofrenie spectrumstoornis en een middelengerelateerde verslaving.

De rechtbank heeft een zorgmachtiging afgegeven met een ingangsdatum van 06 november 2024 en een expiratiedatum van 06 september 2025. In de zorgmachtiging zijn opname en medicatie toegestane vormen van verplichte zorg.

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering en licht de procedure toe. Alle partijen stellen zich voor.

Standpunt van klager

Klager licht toe dat hij het niet eens is met de gedwongen opname. Hij was naar de huisarts gegaan om vrijwillige hulp te zoeken. Vervolgens is hij gedwongen opgenomen en zijn vrijheden zijn ingenomen. Klager stelt dat hij niet psychotisch is. Hij heeft geen last van wanen of hallucinaties. Klager is tegen medicatie om die reden maar heeft de medicatie, inclusief depot, wel geaccepteerd om behandelaren tevreden te stellen. Klager heeft een kat thuis waar hij voor moet zorgen en heeft een nieuwe relatie waar hij in wil kunnen investeren. Tijdens de opname mag hij zijn vriendin slechts een half uur zien. Klager heeft een huis en een auto. Zijn kosten lopen door, aldus klager. Hij wil naar huis en geeft aan dat hij naar de dokter gaat als het niet goed met hem gaat. Klager heeft een detentieverleden en benoemt dat hij onterecht heeft vastgezeten. Sindsdien probeert hij weer een zelfstandig leven op te bouwen maar voelt zich hierin belemmerd door XX. Als voorbeeld noemt klager dat hij zijn hoofd had kaalgeschoren en dat dit door medewerkers van XX geduid werd als gedrag onder invloed van een psychose. Klager benoemt dat hij makkelijk in de omgang is. Hij kan het met iedereen vinden en vindt het moeilijk om voor zichzelf op te komen. Als iets echt in zijn nadeel is dan benoemt hij het wel maar daar wordt niet naar geluisterd, aldus klager.

De advocaat stelt dat het ernstig nadeel dat heeft geleid tot de opname niet duidelijk uit de documentatie naar voren komt. Er wordt teruggegrepen op de detentieperiode in 2019 en begin 2020. Hij hoort graag van verweerder welke concrete actuele bedreigingen zich  hebben voorgedaan voordat besloten werd tot deze opname. Verder merkt de advocaat op dat er een relatie wordt gelegd tussen hetgeen gespeeld heeft bij de letselschade zaak en de gesignaleerde psychotische ontregeling bij klager. De advocaat stelt dat hier geen eenduidig standpunt over is. De ene psychiater zegt dat er een relatie is tussen de psychotische klachten en het bedrijfsongeval waarbij klager betrokken was, anderen zeggen dat er sprake is van schizofrenie en dat de symptomen zich ook hadden voorgedaan als er geen sprake was geweest van een bedrijfsongeval. De advocaat is lange tijd betrokken bij de letselschadezaak die is opgestart na het bedrijfsongeval. Hij geeft aan dat de gevolgen van het ongeval en de slepende kwestie daarna geen waan zijn maar de realiteit van klager. Hij benoemt dat klager uiteindelijk akkoord is gegaan met een schikking om bevrijd te raken van de langdurende discussie daarover. Advocaat duidt dit als een daad van volwassenheid en gezond verstand. Ook het feit dat klager een advocaat heeft benaderd rond de huidige opnamesituatie moet in dit licht gezien worden, aldus advocaat. Hij verzoekt verweerder om een toelichting te geven op het ernstig nadeel dat heeft geleid tot de huidige opname.

Standpunt verweerder

Klager is langere tijd lang vrij stabiel geweest in de ambulante setting, verklaart verweerder. Er was sprake van een redelijk goede samenwerking. De medicatie was voldoende om tegenwicht te bieden aan het frequente softdrugsgebruik van klager. Geprobeerd is om te onderzoeken of gecontroleerde afbouw van medicatie mogelijk was. Ondertussen werden behandelaren ingehaald door de werkelijkheid waarin klager eenzijdig was gestopt met inname van medicatie. Direct was een verslechtering van het toestandsbeeld zichtbaar, aldus verweerder. Herstart van de medicatie en ook de wijziging van medicatie die nodig was om de ontregeling recht te trekken, bleek moeilijk bespreekbaar. Klager accepteerde uiteindelijk de inname van de oude medicatie, maar accepteerde geen wijziging. Behandelaren zagen eenzelfde beeld als bij eerdere psychotische episodes, waarbij sprake was van een vervuilde woning, slecht eten en conflicten met zijn omgeving. Verweerder bevestigt dat dit over een periode in het verleden gaat maar eerder vertoond delictgedrag is de beste voorspeller van te verwachten gedrag in vergelijkbare omstandigheden, verklaart zij ter zitting. De aanloop was nu vergelijkbaar met 2019 en de linken die klager legde waren dusdanig niet te volgen  dat een psychotische ontregeling werd vastgesteld. Er was sprake van toegenomen religieuze verantwoordelijkheden bij klager. Verweerder stelt dat dit in goede periodes ook aanwezig is, maar meer op de achtergrond. Hij kon in die periodes gewoon zijn leven leiden. Nu hebben deze waanachtige ideeën een negatieve invloed op zijn leven.

Ten aanzien van de opmerking van de advocaat over de letselschade merkt zij op dat deze beide waar zijn. Er is sprake van een trauma als gevolg van het bedrijfsongeval en er is PTSS vastgesteld. Tegelijkertijd constateerden behandelaren ook dat er sprake is van obsessief gedrag dat leidt tot verwaarlozing van zijn omgeving, middelengebruik, financiële problemen en conflicten met naasten. Verweerder benoemt dat het bedrijfsongeval en de letselschadezaak ongetwijfeld heel naar zijn geweest, maar bij klager gaat het een stap verder. Klager legt allerlei linken tussen Djinns die hem achtervolgen en mensen in zijn omgeving, zoals met de kleur ogen van zijn vriendin (vz: Een djinn is een bovennatuurlijk onzichtbaar wezen, dat volgens sommige islamitische geleerden bezit kan nemen van mensen en ze van hun vrije wil kan ontdoen). Dit valt niet onder PTSS maar zijn waanachtige ideeën, aldus verweerder.

Tijdens de vragenronde geeft klager aan dat hij geen verschil merkt tussen wel of niet innemen van de medicatie. Ondanks dat hij het niet eens is met de diagnose neemt hij de medicatie wel in. Hij doet dit om behandelaren tevreden te stellen en eerder met ontslag te kunnen Klager heeft plannen om te gaan trouwen. Hij is erg gelovig en blijft weg bij slechte dingen. Klager is niet van plan om delicten te plegen, verklaart hij. Het liefst zou hij stoppen met medicatie en de behandeling. Hij wil zijn autonomie en zelfstandigheid terug. Klager benoemt dat zijn vriendin momenteel hartproblemen heeft. Als zij hersteld is dan wil hij zijn emigratie naar XX gaan voorbereiden. Dit duurt al met al wel een paar jaar, aldus klager.

Desgevraagd antwoordt verweerder dat de verwachting is dat klager nog 3 a 4 weken opgenomen moet blijven. Hij is op XX ingesteld op depot medicatie. De komende weken willen behandelaren het effect en de bijwerkingen van de medicatie observeren. Daarna kan klager met ontslag onder voorwaarde van ambulante begeleiding. Zij vult aan dat er nog steeds sprake is van waanachtige ideeën gepaard gaande met angst. Als klager nu met ontslag zou gaan zou hij nog onvoldoende controle hebben over zijn eigen leven. Hij heeft nog het idee dat anderen erop uit zijn om hem te benadelen. Dit soort gedachten zijn in verleden zo hoog opgelopen dat hij dreigend werd in contact met zijn ex-vriendin en ouders, aldus verweerder. Dit gedrag heeft geleid tot de huidige opname die nodig was om klager opnieuw in te stellen op medicatie.

Desgevraagd antwoordt klager dat hij sinds de opname geen drugs meer heeft gebruikt. Hij heeft in het verleden zelf hulp gezocht bij de huisarts voor zijn depressie en trauma. Zijn depressie wordt door de opname alleen maar gevoed, aldus klager. Hij wil zijn dochter zien. Klager ontkent de link tussen de Djinns en de kleur van de ogen van zijn vriendin. Ieder mens kan door een duivel beïnvloed worden, aldus klager. ‘Voor de rest maak ik me niet druk om anderen. Ik gun iedereen het beste. Iedereen mag geloven wat ze willen. Maar ik heb het idee dat mensen mij niet accepteren in mijn geloof’, verklaart klager. Zijn vertrouwen in behandelaren is beschadigd. Klager verwijt XX dat ze zelf het contact bemoeilijken door de telefoon niet op te nemen, of klager te misleiden waardoor afspraken mislopen. Klager benadrukt dat hij zich alleen zorgen maakt over zijn toekomst. Hij kan veel dingen niet meer met de gemankeerde hand. Hij heeft bijvoorbeeld ondersteuning nodig bij het schoonmaken van zijn huis. Toen dit geregeld was, werd klager opgenomen waardoor dit weer misliep, aldus klager. Klager is het oneens met de gestelde vervuiling van zijn woning. Er lagen de laatste tijd wel regelmatig pizzadozen met restjes erin omdat er veel vrienden bij hem over de vloer kwamen, vult hij aan. Sinds hij zijn nieuwe vriendin heeft ontmoet gaat het beter. Zij houdt zijn huis schoon. Klager ontkent dat de gordijnen altijd dicht waren. De gordijnen waren afgescheurd waardoor ze niet meer goed open konden. Hij gaat nieuwe gordijnen ophangen. Klager heeft een tijdje gewerkt bij een pizzeria maar is gestopt omdat hij slecht betaald kreeg.

Verweerder vult aan dat er, naast etensresten, overal blikjes energiedrank stonden in de woning, dat het niet fris rook en de gordijnen niet meer open gingen omdat klager bang was dat hij in de gaten gehouden werd. Er was sprake van serieuze verslechtering van de situatie, aldus verweerder.

In de tweede ronde benoemt klager dat hij een tweede kans wil. Hij heeft onterecht in detentie gezeten. ‘Als je een depot niet krijgt, dan ga je een delict plegen’, aldus klager. Behandelaren begrijpen er niets van en klager is hier de dupe van. Klager meldt dat hij een bewindvoerder heeft. Daar is hij het ook niet mee eens. Hij wil een ring kopen maar krijgt hierop geen reactie. Hij gaat op zoek naar een nieuwe bewindvoerder.

Advocaat benadrukt dat klager wel trouw de medicatie inneemt, ondanks het feit dat hij twijfelt aan het nut daarvan. Tijdens de duur van de behandeling is klager steeds in de samenwerking geweest. Begin februari is klager op aandringen van het ambulante team weer gestart met orale medicatie. Ook de depotmedicatie accepteert klager. Er is dus zeker sprake van medewerking, aldus de advocaat.

Klager stelt dat hij medicatie zal innemen als dit noodzakelijk wordt geacht maar hij wil niet vastzitten aan een zorgmachtiging. Volgens klager is hij niet eenzijdig gestopt met de medicatie maar kwam de ambulante begeleiding niet opdagen. Hij voelde zich op de proef gesteld. ‘Soms testen ze mij of ik ze wel inneem. Ik heb ze altijd genomen’, aldus klager. Klager was eerst wel tegen een depot omdat mensen er minder energie door hebben.

De commissie vraagt verweerder of er minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn. Verweerder vindt het lastig om te praten voor de collega’s van XX. Voor het ambulante team geldt dat het doel is om klager ambulant te behandelen, o.a. met medicatie.

De voorzitter merkt op dat de zin, onderaan de aanzeggingsbrief, verwarrend is. Hierin wordt aangegeven dat de tekst in de 8.9-brief later nog aangepast kan worden terwijl deze al is ondertekend door de GD. Onduidelijk is of er later nóg een andere brief al dan niet uitgereikt kan worden. De termijn hierbij is ook niet benoemd.

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de opname zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en is ontvankelijk.

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtencommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

Klager is een XX-jarige man bekend met een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum stoornis, middelgerelateerde stoornis en PTSS klachten naar aanleiding van een bedrijfsongeval.

Klager is verplicht opgenomen bij XX in Wolfheze. Klager klaagt over zijn verplichte opname via zijn advocaat. Hij is van oordeel dat er geen sprake was van ernstig nadeel in de periode direct voorafgaande aan de opname zodat de beslissing tot opname in een accommodatie en de beslissing om deze opname tot op heden te continueren in strijd is met de wet.

Verweerder geeft aan dat klager benadelingswanen heeft. Zorgverleners, een ex-vriendin en justitie zitten hem met opzet dwars. Dat heeft in het verleden geleid tot mishandeling van zijn ex-vriendin, bedreiging met een hamer en stalking. Hij is veroordeeld voor stalking, schenden contactverbod en bedreiging (gepleegd nov 2019 – april 2020), tot een gevangenisstraf en reclasseringstoezicht. Hij heeft medicatie voorgeschreven gekregen tijdens een eerdere opname, maar thuis neemt hij deze niet. Hij werd weer meer paranoïde, trok zich terug, gebruikte cannabis en nam de telefoon niet op. Hij heeft toen zijn ex-vriendin bedreigd en is hij met een mes bij zijn ouders langs geweest. Hij had een dodenlijstje gemaakt met onder andere voormalige hulpverleners en zijn advocaat. Hiermee overtrad hij de voorwaarden van de reclassering, waarop reclassering het toezicht retour stuurde. Betrokkene is in december 2021 tot april 2022 opgenomen geweest bij XX vanwege psychotische ontregeling en zelfverwaarlozing, onder invloed van softdrugs gebruik. Laatste opname dateert van 15-09-2022 tot 31-10-2022 nadat klager was gestopt met het nemen van de antipsychotische medicatie. Hij is toen meer gaan blowen, zijn zelfzorg ging achteruit en maakte binnen 2 weken tijd veel internet schulden en bleek hij een huurachterstand van 3 maanden te hebben. Klager sprak enkel over zijn schadevergoeding en over Djinns die hem achtervolgen. Hij kreeg fysiek meer onrust, was geagiteerd. Klager was ervan overtuigd dat anderen in zijn huis kwamen en dingen klaar zouden maken op het aanrecht. Ook dat de katten ringworm zouden hebben en dat de ringworm op zijn eigen hoofd zou zitten (dierenarts heeft naar de kat gekeken en vond geen ringworm). Klager heeft toen zijn hoofd kaal geschoren. Hij heeft in deze periode gedreigd een wapen te kopen en iedereen neer te schieten. Er kwamen signalen van overlast en vernieling bij de politie en klager ging uit contact met ForFact

Klager is psychotisch ontregeld sinds hij zelf besloot zijn medicatie niet in te nemen. Ondanks het feit dat ForFact sinds begin februari 2025 zijn medicatie onder toezicht laat innemen, verbetert zijn toestandsbeeld niet. Klager is geobsedeerd door het idee dat hij als kind door een djinn is lastiggevallen, waar hij angstig van wordt en allerlei religieuze verantwoordelijkheden voelt voor het niet in de hel laten komen van overleden familieleden. Klager maakt ruzie met zijn naasten. Hij verliest zich in het bellen van advocaten om klachten in te dienen tegen een psycholoog van wie hij een connectie vermoedt met de ervaring met de djinn. Klager heeft sinds kort een relatie maar lijkt ook nu tussen deze vrouw en de djinn een verband te gaan zien vanwege de kleur blauw. Klager gebruikt veel softdrugs hetgeen een negatieve invloed heeft op zijn psychotische klachten en ook financiële risico’s met zich meebrengt. Klager zijn woning is vervuild. Daarom is besloten tot verplichte opname.

Beoordeling van de commissie:

Klager heeft een schorsingsverzoek inzake de opname ingediend wat door de klachtencommissie niet is toegekend omdat de behandelaar aangeeft aan dat er momenteel sprake is van een psychotische ontregeling. Klager is opgenomen om het ernstig nadeel te bestrijden en hem in te stellen op medicatie depot antipsychotica. De commissie kan de zienswijze van de behandelaren volgen. Uit de medische verklaring blijkt de volgende diagnose:

Paranoïde psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen), nu grotendeels in remissie bij gebruik antipsychotica. Stoornis in het gebruik van cannabis. Klager is het niet eens met deze diagnose. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.

De opname is ingegeven om ernstig nadeel te voorkomen bij klager. Dit ernstig nadeel bestaat uit maatschappelijke teloorgang door vervuiling van het huis van klager, veel ruzie maken met mensen in zijn omgeving wat agressie kan opwekken bij anderen of van hemzelf en het risico op delictgedrag uit het verleden doordat de ontregeling van klager is toegenomen als gevolg van het stoppen van antipsychotica door klager zelf. Verweerder heeft ambulant vrijwillige behandeling ingezet, echter dat is niet succesvol gebleken. Klager heeft de antipsychotica zelf afgebouwd of niet ingenomen.

Uit de hoorzitting heeft de commissie vernomen dat klager in de kliniek nu tweemaal een depot antipsychotica heeft ontvangen. Het doel van de opname is het instellen van klager op depot antipsychotica om de ernstige nadelen te beperken. Dit maakt dat de opname als proportioneel gekwalificeerd kan worden, evenals doelmatig, subsidiair en veilig. Dit maakt de klacht over de verplichte opname ongegrond.

 

Echter, de klachtencommissie wil een opmerking plaatsten bij de huidige stand van zaken. Gedurende de hoorzitting miste een gerichte onderbouwing van verweerder ten aanzien van de proportionaliteit en subsidiariteit van de voortduring van de opname voor nog enkele weken, nu klager tweemaal een langwerkend antipsychoticum toegediend heeft gekregen en hiermee feitelijk is ingesteld op depot.

Dit zou subsidiair door een ontslag met voorwaarden opgevangen kunnen worden. Ambulante monitoring door ForFact kan dan doelmatig zijn. De klachtencommissie wil deze gedachtegang meegeven, echter het is voor nu te mager om de klacht als gegrond te verklaren. Zeker gezien de opmerking van klager dat hij naar het buitenland wil om daar een leven op te bouwen en gezien in het licht van de medicatie ontrouw voorafgaand aan de verplichte opname. De verplichte opname is terecht ingezet als verplichte zorg en daarmee doelmatig, subsidiair en veilig.

Het geheel overziend is de Commissie van oordeel dat de klacht – ondanks dat de magere motivering nu de behandeling is ingezet ín de kliniek-  inhoudelijk ongegrond is en klager dus terecht verplicht is opgenomen.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de verplichte opname ongegrond. 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen ter verkrijging van een beslissing over de klacht. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

Voorzitter Wvggz klachtencommissie Gelderland Midden en Zuid

Datum: 10 april 2025

Aantal bladzijden: 8